Er moet onderscheid worden gemaakt tussen het verwisselen van een wiel met boordgereedschap en het verwisselen van een wiel in de garage met werkplaatsgereedschap. Hier behandelen wij het verwisselen van een wiel met BOORDGEREEDSCHAP.Het belangrijkste gereedschap voor het verwisselen van een wiel is de krik, zoals deze bij elk voertuig tot het boordgereedschap hoort. Personenauto krikken zijn meestal uitgevoerd als eenvoudige mechanische spilkrik of schaarkrik. Duurdere mechanische of hydraulische krikken behoren zelden tot de standaarduitrusting van het boordgereedschap.
Voor het verwisselen van het wiel moet de auto op een vlakke, vaste ondergrond staan. Om er voor te zorgen dat de auto aan de zijde van het te verwisselen wiel probleemloos kan worden opgekrikt, zonder dat de auto wegrijdt, moet de handrem worden aangetrokken en een wiel aan de niet opgekrikte zijde (het meest effectief is het wiel diagonaal tegenover het te verwisselen wiel) te blokkeren.
Een en ander is vooral belangrijk als het verwisselen van het wiel op een schuine ondergrond moet plaatsvinden. Het is aan te bevelen om de stand van het wiel ten opzichte van de naaf af te tekenen alvorens het wiel te verwijderen, als u weet dat de wielen voor het laatst ‘aan de auto’ zijn uitgebalanceerd (als de montagepositie van het wiel verandert, dan zal het ook niet meet volledig in balans zijn).
Draai de wielbouten of moeren met de bij het boordgereedschap behorende sleutel een slag los. LET OP: een slag los, niet verwijderen! Vastzittende wielmoeren of bouten kunt u het beste een slag losdraaien als het wiel nog stevig op de grond staat. Plaats de krik en raadpleeg hierbij zonodig het instructieboekje van de auto. Veel auto’s hebben speciale steunen voor het plaatsen van de krik. Bij een zachte ondergrond kunt u het beste een plank onder de voet van de krik leggen.Krik de auto op tot het wiel net loskomt van de grond. Verwijder de wielmoeren of bouten en tenslotte het wiel.
Controleer voor montage of het raakvlak van het wiel met de naaf vrij van vuil en bramen is. Verder moet worden gecontroleerd of de wielmoeren of bouten in een goede staat zijn en in het bijzonder of het schroefdraad schoon en in orde is. Beschadigde onderdelen moeten worden vervangen. Plaats het wiel op de naaf (let als u het aangetekend heeft op de montagepositie) en draai de wielmoeren of bouten met de wielsleutel vast totdat het raakvlak van het wiel tegen de naaf aanligt. Zet nu de auto weer met het wiel op de grond. Vervolgens kunt u de wielmoeren of bouten definitief, kruiselings, vastdraaien.
Het nadeel van het vastzetten met de wielsleutel is, dat de moeren of bouten meestal te vast worden gezet. Een oplossing hiervoor is de momentsleutel. Bij Ov-Bandenservice worden alle bouten en moeren altijd definitief met een momentsleutel vastgezet.
Auto’s die afgeleverd worden vanuit de fabriek met stalen wielen, kunt u opsieren door een set lichtmetalen wielen aan te schaffen. Misschien hebt u ze al onder uw auto.Het gebeurt vaak dat een lichtmetalen wiel voor verschillende auto’s wordt geproduceerd. Maar verschillende auto’s hebben ook verschillende naafgrooten. De fabrikant maakt dan een wiel voor de grootste naaf. Heeft uw auto een kleinere naaf, dan moet die ruimte worden opgevuld om het wiel toch op de naaf te laten centreren. Dit gebeurt meestal met (bij aanschaf bij Ov-Bandenservice meegeleverde) kunststof of metalen centreer ringen. De centreerring wordt voordat het wiel op de auto gemonteerd wordt in het naafgat van het wiel geplaatst. Het kan gebeuren dat u na een bepaalde tijd een lekke band krijgt. Het wiel en de centreerring zijn mogelijk al een lange tijd niet van de auto af geweest. Door water en vuil kan het gebeuren dat tijdens het verwijderen van het wiel van de auto de centreerring op de naaf van de auto achterblijft. U dient de centreerring dan te verwijderen alvorens u het reservewiel op de auto monteert. Zoals u misschien al begrijpt, heeft het reservewiel meegeleverd met de auto al de juiste naafgrootte!
Nog een aandachtspunt bij het monteren van het reservewiel t.o.v. een lichtmetalen wiel is, dat een lichtmetalen wiel vastgezet kan zijn met andere bouten of moeren. Meestal is dan een losse set bouten of moeren speciaal voor het reservewiel meegeleverd. Dit is bijvoorbeeld omdat de boutlengte bij een lichtmetalen wiel anders is of de bevestiging is anders; hetzij met conische bouten of moeren of bolconische bouten of moeren.
Speciaal aandachtspunt bij een auto met lichtmetalen wielen is de eventuele aanwezigheid van een slotbout of moer in elk wiel (antidiefstal), of een speciale sleutel om het naafdeksel die de bouten verbergt, te verwijderen! U herkent de aanwezigheid van slotbouten of moeren door een afwijkende vorm van één van de gemonteerde bouten of moeren in het wiel. Let u erop, voordat u onderweg gaat, dat u een passende ‘sleutel’ bij u hebt, voor het geval u met een lekke band komt te staan! Heeft u deze niet, dan is de kans zeer groot dat u het wiel ter plekke niet van de auto kunt krijgen.